Project Sluis Terneuzen

Monitoring

Sluis Terneuzen, een van de grootste ter wereld!

Het sluizencomplex bij Terneuzen is reeds decennialang de toegangspoort naar de havens van Gent en Terneuzen, en een belangrijke scheepvaartverbinding tussen België, Nederland en Frankrijk. De Nederlandse havenstad kampte echter met een groeiend probleem. Het kon de toenemende scheepvaart amper het hoofd bieden en de wachttijden liepen gestaag op, waardoor de bouw van een nieuw complex steeds meer noodzaak dan luxe werd. De ingebruikname van een nieuw complex was ooit een verre stip aan de horizon en een herculeswerk in de breedste zin van het woord, maar de werken vorderen ondertussen gestaag. Het ideale moment om te spreken met verantwoordelijk landmeter Tom Decaestecker en projectleider Pieter Vanbesien over de imposante werf en de gang van zaken.

Mastodont van een sluizencomplex

De drie sluizen van Terneuzen – Middensluis, Oostsluis voor binnenvaart en Westsluis voor zeevaart – brengen de Gentse haven in verbinding met de Noordzee en vormen een cruciaal onderdeel van de Seine-Scheldeverbinding. Met een jaarlijks totaal van maar liefst 65 000 doorvaarten zijn de sluizen goed voor meer dan de helft van alle vrachtvervoer in Terneuzen. Maar het sluizencomplex werd vaak geconfronteerd met capaciteitsproblemen en een grote economische impact als logisch gevolg. De queeste naar een alternatief drong zich steeds meer op en uiteindelijk vond men het antwoord op het knelpunt: een nieuwe sluis van 427 meter lang, 55 meter breed en 16,44 meter diep, die in afmetingen niet moet onderdoen voor de sluizen in het Panamakanaal of de Antwerpse Kieldrechtsluis, ‘s werelds grootste exemplaar.

Verandering van scheefstand controleren

De bouw van een nieuw sluizencomplex gaat natuurlijk niet over één nacht ijs en vergt de nodige expertise van diverse opeenvolgende schakels, waaronder de kunde van de landmeter. “De sluis beschikt over diepe sluiswanden uit gewapend beton tot ver onder de Boomse klei. Tijdens de drie fasen van de werken – binnenhoofd, buitenhoofd en sluiskolk – sta ik in voor de monitoring, om te controleren of de sluiswanden een verandering van scheefstand ondervinden. De monitoring beslaat in grote lijnen twee onderdelen: enerzijds de inclinometing voor de scheefstand van de wand zelf en anderzijds het inmeten van de top van de buizen,” zo steekt Tom van wal

“De inclinometerbuizen lopen tot 35 à 45 meter diepte. Elke halve meter meet ik de scheefstand, zodat Pieter de gegevens vervolgens kan verwerken en de exacte locatie van problemen kan lokaliseren indien nodig. Dit is echter slechts mogelijk als het aangrijpingspunt bovenaan steeds gelijk is, anders zou je metingen foutief vergelijken. Met het totaalstation meet ik dus de toppen van de inclinometerbuizen, zodat een kleine positiewijziging eerst verwerkt kan worden.” 

Manuele en automatische meting

“Voor de manuele metingen sturen we steeds een landmeter ter plaatse met de nodige apparatuur, maar in Terneuzen beschikken we op één plaats evenzeer over een automatische meting, een In-Place Inclinometersysteem of kortweg IPI”, zo vult Pieter aan. “De IPI is een ketting van inclinometers, die op een vaste afstand zijn gekoppeld om bewegingen over configureerbare intervallen continu en vanop afstand te bewaken. Indien nodig kan een alarm worden geactiveerd zodra een bepaalde drempelwaarde overschreden is, zodat alle betrokken partijen meteen op de hoogte gebracht worden.”

Uitdagend maar zeer indrukwekkend

Met 300 000 kuub beton, 32 000 ton betonstaal en 9,5 miljoen kuub grond om te baggeren, kunnen we van een imposant project spreken, mét de nodige uitdagingen. “De grootste uitdaging is de bereikbaarheid van de buizen. Een werf verandert voortdurend, een gelijke situatie in november en februari is allesbehalve een sinecure. Om de metingen correct uit te voeren, moet ik steeds met beide handen aan de top van de inclinometerbuis kunnen, waardoor valbeveiliging of een hoogwerker sporadisch mijn tijdelijke compagnon vormen. Maar de grootte van de werf is niet alleen een uitdaging, het maakt dit project net speciaal. Je ziet de vooruitgang vanop de eerste rij en je beseft keer op keer hoe belangrijk het monitoren is. Alle diverse veranderingen – of ze nu ankers steken, water wegpompen of met grondbemaling bezig zijn – kunnen een invloed uitoefenen op de scheefstand van de wanden, dus elke overschrijding van de marges moet gesignaleerd worden, om veiligheid te allen tijde te garanderen”, zo besluit Tom tevreden.

Lees ook